Gelukkig Nieuwjaar

Het is de langste nacht, dat moment van het jaar dat het donkere seizoen kantelt. Daar zit Twalif op te wachten. Buiten valt de sneeuw, snel en met grote vlokken. Er ligt al een hoopje op de staart van de kattenbel. Die kan Twalif zien hangen van waar hij aan het raam zit. Af en toe veegt hij met zijn mouw zijn adem weg als hij die niet langer heeft kunnen inhouden. Wanneer zou die staart eindelijk zo zwaar zijn dat de klepel tegen de deurbel zou slaan? Want dan is daar het nieuwe jaar. De krul van de kattestaart lacht om zoveel ongeduld bij Twalif.

“Nog even, Twalif, nog even.” Twalif kijkt naar de stem in het duister achter hem. Ja, ja, nog even, dat weet hij wel.
Maar hoe lang duurt even?
“Hoe lang duurt even, opa?” vraagt Twalif.
“Het is altijd zo voorbij”, zegt opa.
Daar wordt Twalif niet veel wijzer van.
“Wat is er dan, Twalif, dat je hoopt dat de tijd meebrengt en waardoor je hem wilt opjagen?”
Twalif heeft altijd goed naar zijn wijze opa geluisterd. Hij weet het wel, van geduld en de deugd.
“Ik hoef niet perse iets, opa. Ik ben al lang blij als wat mooi is blijft.” Twalif denkt daarmee een antwoord te geven dat zijn opa graag wil horen.
“Als de tijd iets niet doet, is het blijven”, zegt opa en Twalif hoort hoe de lucht uit zijn oude longen ruist.
Natuurlijk blijft de tijd niet, dat weet Twalif ook wel. Maar wat de tijd brengt, kan dat niet blijven?
Alsof opa de gedachten van zijn kleinzoon kan raden zegt hij: “Hebben weegt. Wie veel heeft, moet veel dragen. Je wordt zo zwaar dat je nergens meer komt.”

Twalif begrijpt het, denk hij: “Ik moet niet willen houden wat ik heb?”
“Neen, Twalif, leg het ergens neer. Ergens waar je het weet zijn, voor het geval je het wilt gebruiken. Maar hou het niet vast. Als je alles laat zijn, kun je veel meer hebben.”
Twalif heeft al een paar tellen niet meer naar de kattenstaart gekeken. Die hangt nu helemaal scheef, met een flink pak sneeuw in zijn krul. De klepel is nog slechts een paar millimeter van de bel verwijderd. Nog een paar vlokken, schat Twalif. Nog een beetje tijd. Nog een beetje geduld. Hij zucht een grote wolk adem tegen het raam. Hij kan daarnaast nog net zien hoe de verse vlokken, in plaats van het hoopje op de kattenbel te vergroten en de klepel naar de klok te duwen, alle sneeuw doen vallen. Maar voor ontgoocheling is er geen tijd. Doordat de staart nu niet meer zwaar maar net heel licht is, klepelt hij vrolijk tegen de bel. Niet één keer, maar wel twaalf keer en schel!

“Gelukkig Nieuwjaar, opa!”, roept Twalif terwijl hij opspringt en met zijn armen wijd naar opa loopt. “Mooi, hé, jongen, als het anders uitdraait dan je had verwacht?” Twalif lacht.


Jan 2012

Al wat lezen?


Contact

  • Comm. V Pheidippides
  • Emiel Clausplein 2/0101
    9800 Deinze

  • Ondernemingsnr BE-0893.999.015